top of page
dommelson

Dat moment: Altijd te vroeg vooraan. Marielle Boukens schrijft Son haar verhaal.

Soms is een gebeurtenis zó bepalend, dat je kunt spreken over een leven voor en na. Het moment dat er iets onomkeerbaars gebeurde, dat je een belangrijke knoop doorhakte of dat je dacht ‘nu ga ik het anders doen’. De weg ernaartoe fascineert mij. Was het een bewuste keuze of rolde je erin, was het een lang gekoesterde wens of spontane beslissing?


‘Ik denk dat ik meerdere burn-outs heb gehad. Je zou kunnen zeggen dat ieder cruciaal punt in mijn leven een burn-out was. Alleen, ik doe niet aan burn-outs.’


Son van de Reep voelde dat ze bij de marine moest zijn, al waren de afgelopen vijfentwintig jaar niet de makkelijkste. ‘Mijn carrière en spirituele ontwikkeling vormen samen één pad.’



‘Als kind dacht ik heel lang: ik hoor hier niet, ik ben verwisseld in het ziekenhuis. Ik leek wel op mijn familie. Maar ze hebben allemaal een dominante manier van zijn, waar ik veel last van had. Ik ben de helft van de tweeling. We woonden in Amsterdam, mijn moeder had een wandelwagen waarin wij achter elkaar zaten. Ik altijd voorin, met grote blauwe ogen waarmee ik de wereld in keek. Mijn moeder zei dan: “Maar er is er nog een. Ik heb Marjo en Sonja.” Mijn zus zat namelijk stil achter mij. Daarmee is de omdraai ontstaan. Nee, het is Sonja en Marjo. Son en Mar. Ik ben de eerstgeborene. Dat voel ik heel sterk.Ik vond Sonja een rotnaam. Als ik mijn moeder vroeg hoe ze eraan kwam, antwoordde ze: “Ik had een tante Sonja, zij was kaal.” Ze heeft er nooit een echt antwoord op kunnen geven. Dat vond ik raar. Als je je kind een naam meegeeft, moet je toch een ingeving hebben of een connectie voelen met iets of iemand. Een kale tante Sonja, dat kocht ik niet. Ik noem mijzelf Son. Omdat ik die ‘ja’ erachter bevestigend vind. En de verbinding met de zon voel ik sterk. Mensen noemen mij nu ook Son – ze namen het snel over en dat was precies de bedoeling.’ 


‘Ze dachten dat ik dom was. Ik kon de lesstof niet tot me nemen omdat het me niet interesseerde. Het beklijfde ook niet. Mijn zus en ik hadden een eigen-wijsheid die niet in de gevestigde structuren paste. “Je bent een echte Van de Reep. Jij gaat overal met je kop doorheen en je slaat om je heen,” hoorde ik vaak. Hoe harder ze tegen mij zeiden: “Dat kun jij niet”, des te meer ik liet zien dat ik het wel kon. Vooral naar mijn vader toe. Wij lijken veel op elkaar. Zoals iedereen wilde ik de erkenning en herkenning van mijn vader hebben. Gezien en gehoord worden. Alleen was het nooit goed genoeg. Ik ging van de IBO naar de LBO, via de LEAO naar de MEAO. Maar wat moest ik met een economische opleiding? Ik was zo ongelukkig dat ik het niet meer zag zitten. Mijn moeder had een vriendin met mediamieke gaven. Zij zei tegen mij: “Jij moet de zorg in.” Je kent het vast, dat je denkt: dat ik dáár nooit over heb nagedacht. Het besluit om verpleegkundige te worden was het eerste cruciale punt in mijn leven. Mijn ouders waren er oké mee, want Son ging iets doen. Mijn vader is ingesteld op werken en geld verdienen, daar voldeed ik aan. Ik was jong, zestien, zeventien jaar, ging werken en leren tegelijk. Ik viel kilo’s af. Ik at niet, werkte keihard en had veel stress. In mijn eentje draaide ik zeven nachtdiensten achter elkaar. Een collega zei dat ze naar de marine ging. Er gebeurde iets in mij, ik voelde dat ik daar ook naartoe moest. De eerste keer werd ik afgekeurd. Omdat ze domme vragen stelden, vond ik, waarop ik eerlijk antwoord gaf. “Als je een wapen hebt, zou je die dan gebruiken?” “Nee, natuurlijk niet.”Ik moest een jaar wachten voor ik opnieuw voor de keuring mocht. Dat deed ik.’


“Ik lees nu Ik zweer trouw van Michiel van der Pols, over mensen in hoogrisicoberoepen die trouw hebben gezworen aan de koning en het land.Van der Pols beschrijft heel mooi dat veel mensen die bij de marine komen een gigantische rugzak hebben. De marine als vlucht om uit een bepaalde situatie te komen. Als je defensie binnenkomt, word je gezien, word je gehoord. Je bent onderdeel van een groter geheel. Je hebt een gezamenlijk doel dat op hoog niveau wordt bepaald. Alleen vergeet je daarin trouw te zijn aan jezelf. Als je gewetenswroeging krijgt, ben je eigenlijk al te ver. Je kunt er niet van weg, denk je, dat is wel mogelijk natuurlijk, maar ja, je bent bang voor het oordeel van collega’s, bang om je baan kwijt te raken, ga zo maar door. Alles wat je als veilig beschouwt, zou in één keer weg kunnen vallen.”


‘Toen ik wel werd aangenomen was de geneeskundige dienst vol. Ik moest naar administratie. Maar je vraagt aan een marinier toch ook niet of die geen marinier wil worden? Ik wist het om te buigen. In Hilversum begon net een pilot van marine en landmacht, waar we in nieuwe stijl opgeleid zouden worden. Weer belandde ik in een verpleeghuis. Ik was natuurlijk al gediplomeerd, maar ik had nog niet de ballen om te zeggen: “Dit gaat ‘m niet worden.” Dus ik maakte die hele stage af. Wat ik wel voor elkaar kreeg is dat ik mocht instromen bij een andere opleiding. Hiermee opende ik de deuren voor de mensen na mij. Dat is de rode draad in mijn leven. Ik kan er niet omheen: ik ben met een missie op aarde. Als ik voel dat iets moet gebeuren, ga ik er met ziel en zaligheid doorheen. Heilige huisjes omverblazen, in je recht komen te staan, je eigen grenzen kunnen bepalen, niet meer willen pleasen, jezelf zien, jezelf horen – ik denk dat alles een voorbereiding is op die missie, om mijn uiteindelijke taak te kunnen uitvoeren. Een secundair iets is om te ervaren hoe het is om als mens op aarde te zijn, dat geloof ik ook wel. Er zitten zoveel lagen in alles, zoveel gelaagdheid. Wij zijn als mens 3D-georienteerd. Maar al die andere lagen dan? Wat hebben jij en ik bijvoorbeeld met elkaar?Dat is ook een laag. Als je kunt terugkijken en zeggen: “Het is mij niet overkomen, dit was voor mij nodig om te ervaren”, dan wordt het interessant. Het is belangrijk om je te realiseren dat je exact bent waar je moet zijn, in dát gezin, met díe uitdagingen die jou steeds dichter bij jezelf brengen. Zo word je observator van je eigen toneelspel. En ga je kijken, wie zijn de spelers die daarin fungeren? Wat doet het met mij? Laat ik mij meevoeren in de emotie? Of zeg ik: “Leuk acteerwerk jongens, ik zie ‘m.”’


‘Ik ben hartstikke zeeziek. Maar ik moest bij de marine zijn, het was een sterk gevoel. Al vrij snel ging ik mee op zee. Ook daar heb ik een situatie gecreëerd die niet gebruikelijk was. Je begint als matroos 3, dan word je matroos 1. Dan moet je nog een opleiding volgen en mag je kaderlid worden, daarna word je korporaal. De marine heeft niet zo veel rangen. De sprongen die wij maken, daar zitten meer jaren en studie tussen. Je moet er echt wat voor doen. Het was dus uitzonderlijk dat ik als korporaal-verpleegkundige ging varen met een sergeant en een korporaal. We voeren op de Middellandse Zee. Het was niet zo’n interessante reis, tot het 11 september 2001 werd. De wereld veranderde. Dit was weer een cruciaal punt in mijn leven. Door de aanslagen waren we opeens op een belangrijke missie. We hebben later een Article 5-medaille gekregen, die wordt bijna nooit uitgereikt. Aan boord gebeurde veel, pesterijen en onrechtvaardigheid. Ik kan daar niet mee leven. Ik kan heel goed maskers zien en de intenties voelen. Is iets gemeend of zijn er andere agenda’s of belangen?Op een gegeven moment sliep ik niet meer. Ik was geestelijk en lichamelijk opgebrand. Ik zei: “Ik ga van het schip af en naar Nederland. Daar werk ik hard aan mijzelf. Daarna kom ik terug.” Zoiets doe je niet. Maar ik moest voor mijzelf opkomen, een ander deed het niet. Dat had ik al in het verpleeghuis meegemaakt en dat maakte ik hier weer mee. Bij de marine hebben we een doofpotcultuur. Carrière is zo belangrijk dat commandanten, als ze weten dat jij gelijk hebt en daar pijn in hun hart van hebben, toch voor hun carrière kiezen. En niet voor jou.Stel je voor dat je alleen aankomt aan in Den Helder. En je kunt alleen je spullen gaan halen, de rest van de boot is nog op missie. Ik voldeed niet aan het programma, ik voldeed niet aan de eis. Ik heb een maand thuisgezeten. Ik kalefaterde mijzelf op en deed of er niets aan de hand was. Ik ging terug. Zodra ik voet aan boord zette, werd mijn collega eraf gehaald wegens de excessen die ze had voortgezet. Toen werd het makkelijker. Ik hoefde niet meer te vechten, je zag de sfeer veranderen. Het was een ervaring die ik op de een of andere manier nodig heb gehad.’


‘Ik ben me nu pas bewust van patronen die zich bleven herhalen. Met andere mensen maar met dezelfde ik. Ik zou het woord les nooit gebruiken, want daarin zit een dualiteit en een oordeel in, vind ik. Karma is ook zo’n woord, daar doe ik niets mee. Wel denk ik dat mijn ontwikkeling steeds verder ging, waardoor ik op dezelfde manier maar toch anders dezelfde ervaring aangereikt kreeg. En elke keer was het: hoe ga jij ermee om? Verander je jezelf om er toch weer in te passen? Ik kan dat nu helderder zien. Na zes maanden kwam ik terug. Ik zei tegen mijn man: “Ik ga nooit meer varen.” Zeeziek zijn, dat gun je je ergste vijand niet. Ik deed dit allemaal op wilskracht. Vraag me niet hoe ik het gered heb. Ik denk dat ik nog iets van 52 kilo woog. Maar we werden opnieuw ingezet. Ik was er helemaal klaar mee. Mijn god, ik denk dat ik tien jaren ervaring in één jaar heb gehad. Dat ging ik niet nog een keer doen. Ik wilde moeder worden. Vlak nadat mijn dochter geboren was, werd me een contract voor onbepaalde tijd aangeboden. Het heeft me slapeloze nachten opgeleverd. Ik kon de keuze niet met mijn hart maken. We hadden net een huis gekocht. Uit mijn jeugd had ik meegekregen dat je nooit genoeg geld hebt. En we hadden nu een kind natuurlijk. Ik werd knettergek. Ik wilde niet terug naar het ziekenhuis. Maar wat dan? Daarom dacht ik: laten we dat contract maar aangaan. Toen was ik beroepsmilitair.’

‘Mijn man was al drie keer uitgezonden geweest naar Bosnië, daar kwam Afghanistan achteraan. Daar wilde ik ook naartoe. Een bewuste keuze om de diepte in te gaan. Uiteindelijk was ik bijna tweeënhalve jaar fulltime operationeel. Mijn man werkte in die tijd parttime en zorgde voor onze dochter.In Uruzgan kwam ik mijzelf ontelbare keren tegen. Het lijkt of je daar met elkaar bent maar dat is niet zo. Mariniers zijn sowieso een club bijzondere mensen. En dan komt er één vrouw in dat grote team van mannen. Ik zag het niet als een probleem, zij wel. Er kwam een stuk ego naar voren: we hoeven geen verpleegkundige mee. Daar kwam ie weer: we hebben geen behoefte aan jouwe hebben nooit om jou gevraagd. Ik dacht: maar dit is wat ík wil. Ik heb stevige discussies gehad. Veel tranen gelaten en me heel alleen gevoeld. Vijf maanden lang alleen maar buiten de poort. We hebben twee collega’s verloren. Ook toen kwam ik broodmager terug.’

“De bedrijfsarts zei tegen me: ‘Ja, jij hebt een van de pittigste missies gehad die we binnen de marine maar kunnen bedenken.’ Zij raakte een snaar. Ik heb zitten snotteren als een klein meisje. Ik begrijp nu dat ik geen slachtoffer ben en dat ik niemand hoef te redden. Behalve mijzelf. Uit die drama. Je mag de emotie voelen, en die voelde ik ook, maar het gaat mij meer om de herkenning van de patronen. Daar ben ik nu mee bezig, dat ik ze zie.”

‘Ik zat in een overleefstand. En begon aan een volledige HBO-bachelor. Bij de marine zeiden ze: “Deze studie doe je voor jezelf.” Terwijl ik wist: er wordt iets nieuws opgericht waar je officiersfuncties voor nodig hebt. Ik stond weer te vroeg vooraan. Uiteindelijk heb ik nooit aan mijzelf getwijfeld. En benaderde defensie mij: jij gaat officier worden. Maar niet zomaar, nee, je moet assessments doen. Dan moet je voor de HBO-commissie komen. En je moet de officiersopleiding van een jaar doen. Al die hoepeltjes, ik was er zo klaar mee. Ergens onderweg had ik de beste versie van mijzelf verloren. Ik herkende mijzelf niet meer in de spiegel. Ik vond mijzelf vroeger een mooie vrouw. Maar dat werd steeds minder. En toen dacht ik: heb ik een andere perceptie van mijzelf gekregen, zie ik niet meer wat de realiteit is? Voor mij was er iets heel belangrijks aan de hand. Ik zat in Groundhog Day, herleefde steeds hetzelfde riedeltje. Mijn man zei: “Je moet jezelf aanpassen aan je omgeving.” Er knapte iets in mij. Ik zeg niet dat het mijn huwelijk bijna heeft gekost, maar ik werd zó boos. Ik kon het niet meer. Dat was de grote shift in mij, van een overlevingsstrategie naar “ik weet het niet meer”. De doelen, mijn drive, prestigedrang, alles viel weg. Ik viel weg.En toen. Ik denk dat ik meerdere burn-outs heb gehad. Je zou kunnen zeggen dat ieder cruciaal punt in mijn leven een burn-out was. Alleen, ik doe niet aan burn-outs. Ik dacht dat ik de marine wilde afsluiten, helemaal na mijn laatste functie waarin veel dingen zijn gebeurd. Die kunnen echt niet door de beugel, dat ligt nu op hoog niveau. Daar ben ik ook weer onderdeel van, de klokkenluider zelfs. Dat is de reden waarom ik nu uit de running ben. Ik heb op het punt gestaan om de stekker eruit te trekken. Maar waarom mag ik niet even uit de running zijn na vijfentwintig jaar overleven?’ 

“Ik ben niet te vatten voor collega’s. Ik vind het heerlijk dat ik ongrijpbaar ben. Mijn carrière en spirituele ontwikkeling vormen één pad. Ik heb altijd tarotkaarten gelegd, ook voor mijn collega’s. Het frappante is dat als je een kaart voor hen legt, ze denken dat je alles van hen weet. Als ik ze dan later op de gang tegenkwam, negeerden ze mij. Daar gingen we weer. Toch heb ik deze kant van mij nooit verborgen gehouden.” 

‘Ik kreeg een budget van defensie, daarmee ging ik een jaaropleiding volgen. Alleen, die opleiding was in het synthetisch veld. Het synthetisch veld stelt dat alles buiten jou ligt, zoals engelen, gidsen, overleden dierbaren. Synthetisch is kort, vluchtig, afhankelijk maken van. Het was een uitdaging om tijdens die opleiding bij mijzelf te blijven. Het werd een heftig jaar. Op Facebook zag ik een uitwerking van een QHHT-sessie. Ik ben de betreffende persoon, Priscilla Tielman, online gaan opzoeken. Ze had een jaar wachttijd voor een sessie. In Zeeland. Ik mailde: Zet mij er maar op. Na de sessie zei ze: “Jij bent anders. Ik heb met jou diepere gesprekken. Ik heb nu twintig jaar kennis, van Dolores (Cannon, MB) en van andere hypnotherapeuten. Ik ga dat in een opleiding gieten.” Ik hoorde mijzelf zeggen: “Ja, dat wil ik.” En ik dacht: nee, ik heb net een jaar ellende gehad, ga ik wéér. Intuïtief wist ik: ik moet daar naartoe. Ik schreef me in. Het was het laatste plekje.’


‘Het echte ontwaken zit in je bewustzijn. Als je in theta-staat bent, gaat er een veld in jezelf open. In dat veld creëer je en schep je. En daarin kun je niets faken. Dat geeft niet de snelle kick van het synthetische veld. Wel een innerlijke acceptatie. Daar wil ik onderdeel van zijn, daar wil ik mee bezig zijn.Als het veld eenmaal open is, blijft het open. Je kunt het niet meer niet-zien. Het zoeken naar hulpmiddelen hoeft niet, je hart is het portaal. Er zitten heel veel lagen en we moeten door al die lagen heen. Dat kan alleen als je het bewustzijnsverruimingsproces aangaat.We kunnen niet allemaal tegelijk in die hogere bewustzijnsfase komen. Want dan zou ik moeten wachten tot de hele mensheid klaar is om op hetzelfde niveau te komen waar ik nu ben. Dan kan ik nog lang wachten. Het veld van een ander kan ik niet veranderen. Ik kan alleen mijn eigen veld veranderen, waardoor het veld om mij heen mee-verandert. Het is ook niet zo dat als mijn buitenveld verandert, ik automatisch mee verander. Daarin zit een groot verschil. Je kunt het alleen voor jezelf doen. Een voorbeeld: als je op de fiets stapt met een glimlach op je gezicht en je kijkt de mensen in de ogen aan, dan krijg je een glimlach terug. Het zegt niet dat dat die persoon daadwerkelijk verandert, maar op dat moment beïnvloed je hem wel. Dat is het kringeffect.’ 


‘Als kind wist ik al dat ik uniek was. Die uniekheid voel ik weer in de QHHT-sessies. Ik voel hoe belangrijk het is om iedereen in zijn uniekheid te laten ontdekken wat zijn ware essentie is. Dat is iets heel groots, iets heel belangrijks. En wat als dit pas het begin is? Want zo voelt het voor mij, als het begin naar nog iets veel groters. Ik heb nu zo’n zestig cliënten gehad. Ik ga ervan uit dat als het Totale Zelf van die personen ervoor kiest om bij mij te komen, ik hun heilige huisjes omver mag blazen. Want ik ben wie ik ben, ik zou mijzelf verloochenen als ik een standaard sessie zou geven. De familielijn waarin we worden geboren, alle trauma’s van onze voorouders die in ons fysieke lichaam zijn opgeslagen, die wij met ons meedragen en die daarmee ons huidige leven beïnvloeden, plus onze opvoeding en de conditionering waarin wij zijn opgegroeid, houden iedereen weg van wie hij werkelijk is. En als collectief houden we dit in stand. Zo blijven we weg van de ware essentie, je diepe kracht, waarvan ze niet willen dat jij die vindt. “Ze” zijn naar mijn idee beperkende krachten die er baat bij hebben dat wij onderdeel van hun systeem blijven. De hele matrix is zo opgebouwd. Religie en karma zijn bijvoorbeeld onderdeel van dat systeem. Programma’s die ons bezig laten zijn met alles buiten onszelf, alles gestoeld op angst. Ze laten ons zoeken naar antwoorden buiten onszelf. Hiermee blijf je hangen in een loop, een cirkel die maar doorgaat. Je moet zélf de doorbraak zijn, alle antwoorden en oplossingen zitten namelijk in onszelf. Waar we met z’n allen naartoe mogen is authenticiteit. Hoe authentiek ben je, en hoe ga jij in je kracht staan. Dat kun je alleen maar doen als je al jouw heilige huisjes afbreekt. Je mag alle lagen die je hebt opgebouwd, alle programmeringen waarin je bent gaat geloven en waar je houvast aan hebt, gaan opschonen, afpellen. Daarmee komt je ware essentie tevoorschijn.’ 


‘De mannen en vrouwen in hoogrisicoberoepen die van alles meemaken en zichzelf daarin vergeten. Die door trauma’s en blokkades niet verder komen maar steeds dieper vallen. Ik voel dat daar veel werk te doen is, omdat het niets over die persoon zegt, maar over zijn of haar loyaliteit naar anderen toe. Die mensen wil ik helpen. Daarom heb ik mij aangesloten bij Afhangen.In het Afhangen-netwerk zitten mensen in die niet meer in uniform lopen. Ik loop nog wel in uniform. Mijn droom is om daar mensen op te leiden die op hun beurt weer mensen kunnen helpen. Zodat cliënten niet meer de geijkte paden hoeven lopen. Mijn werk is een aanloop naar meer. Defensie werkt nu met lifestylecoaches en yogadocenten, er is meer ruimte voor “anders”. Spiritualiteit is nog niet aanwezig maar daar komt wat mij betreft verandering in. We mogen spiritualiteit niet langer wegzetten als iets vaags, maar juist inzetten om innerlijke balans te herstellen. Bijvoorbeeld door QHHT als therapie aan te bieden. Bij QHHT kom je tot de diepe kern. Ik zeg niet dat dit voor iedereen de oplossing is. Maar als je de fase van psycholoog of maatschappelijk werker gehad hebt, kom je misschien uit bij QHHT.Ik ben een activator, weer wat te vroeg. Ik ben intussen niet anders gewend.’ 



77 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Kommentare


bottom of page